Belonen van (nier)donatie door levende
Betaling van mensen die bij leven een orgaan
afstaan aan een naaste stuit ook niet op onoverkomelijke
ethische bezwaren. Gehoor geven aan de
diepe wens om een familielid of goede vriend in
nood te helpen, een van de rechtvaardigingen voor
donatie bij leven, kan goed samengaan met een
vorm van betaling. Altruïsme en beloning sluiten
elkaar ook op andere terreinen immers niet uit.
In dit geval zou de beloning vooral gezien moeten
worden als een compensatie, niet als betaling voor
een goed met een bepaalde economische waarde.
Als het om een commerciële transactie ging, zouden
artsen daar uiteraard hun medewerking niet
aan mogen verlenen.
Wel moet aan een aantal voorwaarden worden
voldaan. De vrijwilligheid en gelijke behandeling
moeten uiteraard gegarandeerd zijn. Ook ligt het
voor de hand te zoeken naar een beloning die
verband houdt met de donatie. Een levenslange
vergoeding van de ziektekostenpremie zou zo’n
passende beloning kunnen zijn.
Met die optie ligt het minder voor de hand dat
mensen met financiële problemen voor donatie
zullen kiezen dan bij toekenning van een flink
geldbedrag. De overheid laat bovendien zien dat
het haar ernst is met het terugdringen van het
orgaantekort en bereid te zijn de risico’s af te
dekken. Overigens zou de effectiviteit van deze
optie nog nader bekeken moeten worden.