De taboe van orgaandonatie

29-07-2012 17:03

 

Orgaandonatie is een moeilijk onderwerp in Nederland. Veel mensen zijn nog steeds geen orgaandonor, en daarom kampen wij met een chronisch tekort aan orgaandonoren. Waarom eigenlijk?

Anderen een nieuw leven geven door jouw dood, of je organen vergeefs laten liggen? Orgaandonatie. Een hachelijk onderwerp, de meningen zijn verdeeld..

Door: Caressa Elizen

Orgaandonatie is altijd al een grimmig en moeilijk onderwerp geweest. Het woord taboe is misschien een betere formulering. Men praat nou eenmaal niet graag over de dood. Praten over moeilijke keuzes is sowieso niet erg aan ons mensen besteed. ‘’Alles wat we kiezen kan een negatief gevolg hebben, het beïnvloed de kwaliteit van de beslissing’’, aldus de Amerikaanse hoogleraar sociale psychologie Barry Schwartz. Toch zullen we het er ooit over moeten hebben, want wat doe jij met je organen nadat je ze zelf niet meer nodig hebt? En orgaandonatie, wat is dat überhaupt? Uit onderzoek van Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) bleek dat 20 procent van de Nederlandse populatie niet eens weet wat orgaandonatie is. Het probleem is zo groot geworden, dat we kunnen spreken van een maatschappelijk probleem. Tijd voor opheldering dus, want orgaandonoren zijn een dringende vereiste.

Orgaandonatie is het afstaan van je organen na je dood. Jouw vitale en bruikbare organen worden na je overlijden uit jouw lichaam gehaald en getransplanteerd in het lichaam van iemand die de desbetreffende organen danig nodig heeft. Er zijn veel te weinig orgaandonoren, de wachtlijsten zijn ridicuul lang, iedere dag sterven patiënten omdat er niet op tijd een orgaandonor voor hen beschikbaar is gesteld. De gemiddelde wachttijd voor een nier is op dit moment 4(!) jaar. En dan praten we over Nederland. In sommige werelddelen zijn de wachttijden nog langer, zoals in Zuid-Oost Azië. Mensen sterven omdat andere mensen geen donorcodicil invullen. Deze reden komt het meest voor. Als iemand die geen donorcodicil heeft komt te overlijden, kiezen de nabestaanden of de organen van de desbetreffende persoon worden afgestaan. In 65 procent van de gevallen wordt ervoor gekozen de organen níet af te staan (www.nigz.nl) wat daar precies de reden van is, is vooralsnog onduidelijk. Mensen willen waarschijnlijk volwaardig afscheid nemen van hun dierbare, soms zijn ze bang dat de organen eruit gesneden worden en dat een half lichaam achterblijft. Het lichaam wordt echter opgevuld en ‘dichtgenaaid’. Je ziet niets aan een persoon die zijn organen heeft afgestaan!

Mensen staan hun organen niet af met de angst dat deze naar een moordenaar gaan. Die kans is 1 op 500. Andere mensen staan hun organen bewust niet af vanwege hun geloofsovertuiging. Die mensen maken deze keuze omdat ze geloven in het eeuwige leven (reïncarnatie) daar hebben we dan respect voor, maar begrijpen we het ook?
Bedenk wat je red: Een mensenleven. De 45-jarige Jan Steenwijk uit Amersfoort wacht nu vijf jaar op een donorhart. ‘’Ik mag niets, want ik ben niet fit genoeg. Ik wacht al jaren. Ik mag niet op vakantie, ik mag niet zomaar even naar de andere kant van het land, want zodra er een hart beschikbaar is moet ik zo snel mogelijk naar het ziekenhuis voor de transplantatie. Orgaandonoren blijven namelijk niet even dagenlang goed. Ik zie er zo naar uit om weer verder te kunnen met mijn leven. Iedereen zou orgaandonor moeten zijn, zoveel levens die gered worden!’’, aldus Steenwijk.

In de verenigde staten rouleert angst. Angst is daar het belangrijkste motief om orgaandonatie te weigeren. De Volkskrant melde het in 2006 al: ‘’Amerikanen bang voor orgaandonatie.’’ Aan de overkant van de oceaan zijn ze bang dat je als orgaandonor niet alle medische zorg krijgt die je verdiend. Nou, in Amerika mag het hele zorgsysteem wel eens op de kop gegooid worden als je het mij vraagt, maar dat terzijde. ‘’Artsen staan te springen om je organen zodra ze weten dat je donor bent’’, aldus Neil Dhout in de Volkskrant. [Anestesist in een Amerikaans ziekenhuis in Boston] Mensen die niet bang, lui of laks zijn vullen een donorcodicil in. Dat zijn er in Nederland op dit moment 5 miljoen. Dat is alleen het aantal mensen dat een codicil invult, want 2,5 miljoen daarvan geeft aan geen donor te willen zijn. We houden 2,5 miljoen orgaandonoren over.. Onze bevolking telt bijna 17 miljoen inwoners. Een tekort dus, en niet zo’n klein tekort.

Zijn er dan misschien economische belangen? Nee! Want je gaat er niet op vooruit of achter als je een orgaan afstaat. Amerika laten we hier even buiten, want daar verkoop je je nier gewoon als je in een economische crisis ziet. In Nederland is hiervan geen sprake, voor zover wij weten dan. Iemand die een orgaan ontvangen heeft, heeft er wel een economisch belang bij. Zodra je een orgaandonor hebt ontvangen mag je een tijd niet werken. Je hebt recht op een uitkering. De regering is er dus bij betrokken. Maar om nou te zeggen dat zij het aantal orgaandonaties tegen te houden vanwege dit economische belang, nee. Zover zal het ook niet komen.

Natuurlijk denkt de overheid het beter te weten dan wij burgers, minister Klink van volksgezondheid sloeg een fantastisch aanbod van het NIGZ af. (Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie). Het NIGZ had een voorstel dat later ook de naam NIGZ-voorstel kreeg: iedereen donor tenzij je aangeeft dat je dat niet wilt zijn. Klink dacht echter dat er van de één op andere dag iemand met een betere oplossing zou komen, hij sloeg het voorstel af en we blijven in Nederland zitten met het oude systeem waarin bepaald wordt dat je geen donor bent als je niet geregistreerd staat. Inmiddels is er nog steeds geen oplossing. Wel verschijnen er af en toe spotjes van postbus 51 op televisie, ‘’Word donor!’’, maar dat snapt niet iedereen. Er moet uitleg bij. Waarom moeten we donor worden? Waarom is er een tekort? Wat is er aan de hand? Zodra de maatschappij weet heeft van het tekort en dit snapt, zal er misschien een stijgende lijn te constateren zijn in het aantal beschikbare orgaandonoren.

In 2007 werd de grote donorshow gehouden, het brein van ons nuchtere Hollanders werd opgehelderd door de uitleg over orgaandonatie in de praktijk. Het doel van de grote donorshow was echter zoveel mogelijk mensen over te halen om een donorcodicil in te vullen en die daadwerkelijk op de brievenbus te doen. En hoera! Er waren mensen die een formulier aanvroegen. Een luttele 18.000 mensen. Ho, stop het zijn er 18.000, opzich een mooi getal ja, maar we wonen nog steeds met 17 miljoen mensen in dit grote mierennest. Er zijn te weinig donoren en dat aantal moet verdubbeld, verdrievoudigd, nee het moet wel vertienvoudigd worden! Cynisch is het niet, ik ben zelf sinds 2006 geregistreerd donor. Wees niet te laks of te lui om je donorcodicil in te vullen, doe het gewoon, drie minuten werk. Of je nou Ja of Nee kiest.

Contact